De meeste religies van de wereld brengen wel een bepaald gezichtspunt naar buiten ten aanzien van de schepping van de wereld. Sommige religieuze tradities, zoals het hindoeïsme en het boeddhisme, beschouwen het universum als iets dat in wezen eeuwig is, en dus geen begin of einde heeft. De eerste boeken van de Bijbel bevatten een verslag van de schepping van het universum, waarvan sommige christelijke godsdiensten zeggen dat het zinnebeeldig is en dat anderen weer beschouwen als een letterlijke verslag. Andere religieuze tradities hebben andere opvattingen, maar elke daarvan probeert een verklaring te geven voor de ultieme vraag waar we vandaan zijn gekomen en hoe het allemaal gebeurd is. In Scientology, vloeit deze opvatting voort uit de theorie van theta (de levenskracht of geest) dat MERT creëert (een samengesteld woord voor het fysisch universum, Materie, Energie, Ruimte en Tijd). In feite kan men zeggen dat de schepping van het universum een onlosmakelijk deel van die theorie is. De oorsprong van theta en de totstandkoming van het fysisch universum die in Scientology zijn vervat zijn in 1953 door L. Ron Hubbard beschreven in De Factoren.