De strijd met de Internal Revenue Service (belastingdienst in de VS) werd uiteindelijk op 1 oktober 1993 in ons voordeel beslist. Op die dag gaf de IRS verklaringen uit die de Church of Scientology International en de bijbehorende kerken en organisaties – alle 150 – erkenden als belastingvrij per sectie 501(c)(3) van de Internal Revenue Code.
Deze erkenning betekende het einde van een veertig jaar durende conflict tussen de Kerk en de IRS. Het volgde op een twee jaar durend onderzoek van ongekende omvang en diepgang, die alle wereldwijde activiteiten van de Scientology kerk omvatte. Het mondde uit in de uitgifte van de verklaringen door de IRS waarin de religieuze en belastingvrije status van de Church of Scientology International, de moederkerk van de Scientology religie, en 150 aangesloten kerken, missies en sociale verbeteringsorganisaties werd erkend.
De IRS uitspraken stelden vast dat:
1. De Scientology Kerken en de daarmee verbonden charitatieve en educatieve instellingen uitsluitend werken voor erkende religieuze en charitatieve doeleinden.
2. De Scientology Kerken en de daarmee verbonden charitatieve en educatieve instellingen het algemeen belang dienen in plaats van de belangen van privépersonen.
3. Geen enkel deel van de netto-inkomsten van deze Scientology Kerken en de daarmee verband houdende charitatieve en educatieve instellingen ten goede komt aan enig individu of niet-charitatieve entiteit.
4. Geen enkel deel van de activiteiten van de Scientology Kerken hebben te maken met deelname aan een verkiezingscampagne voor een openbaar ambt.
5. De doeleinden van deze organisaties niet in strijd zijn met fundamenteel openbaar beleid.
De IRS bepaalde ook dat de Scientology Kerken worden aangemerkt als een kerk onder de criteria die het bestaan vereisen van een gevestigde religieuze doctrine, religieuze literatuur en religieuze geschiedenis, het kwalificeren en inwijden van geestelijken en een religieuze gemeenschap van gelovigen.
De aanvragen, ondersteunende materialen, IRS vragen en correspondentie over de vrijstelling van 1993 zijn ter inzage beschikbaar voor het publiek en zijn beschikbaar sinds de beslissing tot vrijstelling bekend werd gemaakt op 1 oktober 1993. Deze documenten beslaan ruim 4 meter en vormen in feite het grootste dossier van alle aanvragen voor vrijstelling.