Scientology heeft veel geloofsopvattingen gemeen met andere religies en filosofieën. Zij beschouwt de mens als een spiritueel wezen dat uit meer bestaat dan alleen maar vlees en bloed. Dit is uiteraard een heel andere opvatting dan de heersende wetenschappelijke zienswijze, die de mens slechts als een materieel object beziet, een ingewikkeld samenstel van scheikundige stoffen en stimulusrespons mechanismen.
Scientology gelooft dat de mens van nature goed is, en niet slecht. Niet zijn aard, maar ervaringen in het verleden hebben de mens aangezet tot slechte daden. Vaak heeft hij ten onrechte getracht zijn problemen op te lossen door alleen maar aan zijn eigen belangen te denken, hetgeen vervolgens tot moeilijkheden voor hemzelf en voor anderen leidde.
Scientology gelooft dat de mens vorderingen maakt in de mate dat hij zijn geestelijke integriteit en waardenstelsel in stand kan houden, en daarbij eerlijk en deugdzaam blijft. In feite zal hij afglijden indien hij niet langer belang hecht aan deze eigenschappen.
Maar omdat de mens van nature goed is, is hij in staat tot geestelijke vooruitgang. En het is de doelstelling van Scientology de mens tot een niveau te brengen waarop hij de zaken in zijn eigen leven op orde kan krijgen en zijn eigen problemen op kan lossen.
Bij andere pogingen om de mens te helpen werd getracht zijn problemen voor hem op te lossen, en in dat opzicht is Scientology anders. Scientology gaat ervan uit dat wanneer iemand zijn bekwaamheden kan laten toenemen, en beter opgewassen is tegen het leven, hij ook zijn eigen problemen op kan lossen en zodoende zijn leven kan verbeteren.